2 februari 2017

PVDA FRACTIE AAN HET WERK: PERIODE 30 JANUARI – 3 FEBRUARI 2017

Dit vierde weekverslag in 2017, aflevering 420 sinds de start van de gemeente Lansingerland in januari 2007, betreft de dingen die wij deden tijdens de afgelopen week. Het was een politiek rustige week waarin wij schriftelijke vragen stelden aan het college over hoe de inburgering van asielgerechtigden in Lansingerland precies verloopt. De Algemene Rekenkamer maakt zich zorgen over de landelijke gang van zaken dus de vraag is hoe het hiermee in Lansingerland gesteld is. Het was ook de week waarin het college reageerde op onze schriftelijke vragen over de WMO & Woningaanpassingen en waarin er belangrijk provinciaal en lokaal nieuws was over de sloop & bouw van sociaal bereikbare huurwoningen.

De foto’s bij dit weekverslag tonen de nieuwbouw in de Westpolder, het Oudeland & Bergboezem en de Rodenrijseweg. Behalve de beroemde Laan van Koot, onze eigen Via Appia, en natuurlijk de legendarische Bonfut blijkt Lansingerland ook nog eens een ‘De Rijkeweg ’ te kennen!

HOE VERLOOPT DE INBURGERING IN LANSINGERLAND?

Slechts één derde van de asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen, lukt het om binnen drie jaar in te burgeren. Daartoe zijn asielzoekers sinds 2013 verplicht. Ze moeten Nederlands leren en examens afleggen over de maatschappij en de arbeidsmarkt. En dat moeten ze zélf regelen. Dat het slagingspercentage slechts 33 procent is, concludeerde de Algemene Rekenkamer in het onderzoeksrapport Inburgering – de eerste resultaten van de Wet inburgering 2013 dat op 24 januari naar de Tweede Kamer werd gestuurd. De helft van de 5.415 asielzoekers die in de eerste helft van 2013 moesten inburgeren, en daar dus in de eerste helft van 2016 mee klaar moesten zijn, is dat niet gelukt. Slechts 33 procent lukte het binnen de gestelde termijn, de rest kreeg vrijstelling of ontheffing. Een van de grote knelpunten die de Rekenkamer constateert, is de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar om zijn eigen cursus te regelen. Net gearriveerd uit het asielzoekerscentrum in een gemeente moet de inburgeraar zelf een cursus kiezen in een woud van cursusaanbieders. Zij zijn daar vaak niet toe in staat.

Tot 2013 zorgden de gemeenten zélf voor hulp aan inburgeraars. Vaak was er een ‘klantmanager’ die als aanspreekpunt fungeerde. Na 2013 veranderde dat en werd die taak in het beste geval vervuld door vrijwilligers. Als die niet voorhanden waren, moest de inburgeraar het alleen doen. Zelfs voor deze vrijwilligers was het niet altijd makkelijk te helpen bij het vinden van de meest geschikte cursus, omdat het vrijwel onmogelijk is de cursussen goed met elkaar te vergelijken. Tegelijk met de invoering van de nieuwe wet werd in 2013 de cursusmarkt geprivatiseerd – er zijn inmiddels 165 aanbieders. Het aanbod is, vindt de Rekenkamer, te weinig transparant. Zo wordt de kwaliteit niet door een onafhankelijke partij getoetst en is het niet duidelijk wat de slagingspercentages zijn.

Asielzoekers met een verblijfsvergunning en eventueel nareizende familieleden moeten de cursus zelf betalen. Ze kunnen daarvoor een lening krijgen van maximaal 10.000 euro. En als het ze lukt om binnen drie jaar te slagen, wordt de lening omgezet in een gift. Lukt dat niet, dan moeten ze die lening terugbetalen én kunnen ze een boete krijgen. Daarom spelen nagenoeg alle inburgeraars op safe en doen examen op het laagste niveau A2. Dat is voldoende om basale gesprekjes te voeren over het weer of in een winkel. Slechts 2 procent haalt het staatsexamen NT2 waarbij de inburgeraar veel ingewikkelder teksten moet kunnen begrijpen. In het vroegere systeem slaagde ruim 20 procent voor het staatsexamen.

Volgens de Rekenkamer moeten de gemeenten, die in de huidige wetgeving op afstand zijn gezet, weer een veel sturender rol krijgen. Zij moeten de inburgeraar naar de juiste cursus leiden en hen tegelijkertijd aansporen naar werk te zoeken. Volgens de Rekenkamer combineerden voorheen meer migranten het leren van een taal met een opleiding of baan. Sinds de inburgeraar zelf verantwoordelijk is gemaakt voor zijn inburgering hebben gemeenten nauwelijks zicht op wat inburgeraars ondernemen om te integreren. Minister Asscher (Sociale Zaken) laat in een eerste reactie weten dat hij het eens is met de Rekenkamer dat het „beter kan en moet met de inburgering van nieuwkomers in ons land”. Hij wil onder meer weer een grotere rol voor gemeenten. En hij wil zorgen voor „streng toezicht op de inburgeringsbureaus en de kwaliteit van de lessen”. (bronnen: Volkskrant & NRC & Rekenkamerrapport: http://rekenkamer.nl/Publicaties/Onderzoeksrapporten/Introducties/2017/01/Inburgering )

De PvdA fractie in Lansingerland stelde aan het college naar aanleiding van de landelijke berichtgeving afgelopen maandag hierover de volgende schriftelijke vragen:

  1. Komt de praktijkervaring van het college met betrekking tot de inburgering van asielgerechtigden in Lansingerland overeen met de knelpunten zoals door de Rekenkamer zijn geformuleerd?
  2. Wat waren de resultaten van de inburgeringstrajecten van asielgerechtigden die zich in de periode 2013-2016 vestigden in Lansingerland? Welk aantal koos voor taalniveau A2 of en hoeveel voor NT2?
  3. Hoeveel asielgerechtigden in Lansingerland hebben in de periode 2013-2016 een schuld opgebouwd omdat zij niet voldeden aan de voorwaarden verbonden aan de leningen van het Rijk die de inburgeringscursussen moeten financieren?
  4. Heeft het college voldoende zicht op de voortgang van de huidige inburgeringstrajecten? Zo ja, hoe?
  5. Hoe zit de huidige (professionele & vrijwilligers) organisatie precies in elkaar? Wat is daarin de rol van de gemeente?
  6. Deelt het college de mening dat de gemeenten een sterkere sturende & regisserende rol moeten krijgen bij het selecteren van geschikte, kwalitatief goede inburgeringstrajecten en het begeleiden van inburgeraars naar andere opleidingen en werk?
  7. Wat moet er naar het oordeel van het college gebeuren om te komen tot een sluitende aanpak voor inburgeraars? (doelstellingen: bereiken taalniveau NT2, werkervaring opdoen, scholing volgen       & betaald werk vinden in een periode van 3 jaar)

Uiterlijk eind februari 2017 weten wij meer!

 VOLDOENDE SOCIAAL BEREIKBARE HUURWONINGEN IN LANSINGERLAND?

Het college stuurde de raad afgelopen week een brief naar aanleiding van de in de raad van 30 juni 2016 mede door ons ingediende motie M 2016-13 over ‘Sociale huurwoningen in Lansingerland’. Volgens het college is er niets aan de hand: “De bouw van het aantal sociale huurwoningen in Lansingerland ligt op schema. In de bouwplannen voor de komende jaren zijn meer dan voldoende sociale huurwoningen opgenomen om te kunnen voldoen aan de vraag. Het college van burgemeester en wethouders ziet dan ook geen aanleiding om de bouwplannen aan te passen. Wethouder Ankie van Tatenhove legt uit dat uit onderzoek is gebleken dat er de komende tien jaar jaarlijks 38 sociale huurwoningen gebouwd moeten worden om te kunnen voldoen aan de vraag naar sociale huurwoningen. ,,In de huidige bouwplannen voldoen wij aan dat aantal,’’ aldus de wethouder.

De PvdA-fractie betwijfelt deze uitspraak. Er is immers alleen rekening gehouden met de toekomstige vraag naar sociaal bereikbare huurwoningen in Lansingerland zélf en niet naar de mogelijke vraag vanuit de regionale woningmarkt. De gemeente Rotterdam is, na vele protesten uit de samenleving waaronder de PvdA Rotterdam, begonnen met een groot sloopprogramma van liefst 20.000 oude sociaal bereikbare huurwoningen. Zij slopen de komende jaren meer dan zij gaan bouwen. Het college van Lansingerland zegt hierover in hun brief aan de raad: “Voor de sociale huurvoorraad is met name de relatie met de gemeente Rotterdam van belang. Aangezien er een open inschrijfsysteem geldt, kan iedereen die zich inschrijft op Woonnet Rijnmond in aanmerking komen voor een woning in Lansingerland. In de praktijk zijn met name mensen uit Rotterdam ook geïnteresseerd in een woning in Lansingerland. Met de gemeente Rotterdam is in de woningmarktafspraken 2014-2020 voor sociale woningbouw afgesproken dat Lansingerland bouwt op basis van haar eigen behoefte en dat Rotterdam dat ook doet. Jaarlijks wordt dit ook gemonitord.”

Wat is het effect van de giga sloop in Rotterdam op onze sociale woningmarkt? Wat zijn de afspraken uit 2014 eigenlijk nu nog waard? Voldoet tegen deze achtergrond de bouw van de 40-50 extra sociale huurwoningen die nu in de pen zitten? Is het college van Lansingerland niet te navelstaarderig bezig?

De PvdA-fractie twijfelt hierover en heeft bij monde van Sam de Groot dan ook op 2 februari schriftelijke vragen gesteld aan het college.

Deze schriftelijke vragen luiden als volgt:

  1. Deelt het college de mening van de PvdA-fractie dat de voorgenomen sloop van 20.000 sociaal bereikbare huurwoningen in Rotterdam tot gevolg kan hebben dat de vraag naar sociaal bereikbare huurwoningen in Lansingerland in de komende jaren groter zal worden dan nu wordt voorzien?
  2. Het college beroept zich op de in 2014 met het college van Rotterdam gemaakte afspraak dat ook Rotterdam bouwt voor de eigen behoefte. Deelt het college de mening van de PvdA-fractie dat deze in 2014 gemaakte afspraak inmiddels in de praktijk worden overruled door het besluit van de Raad van Rotterdam om 20.000 sociaal bereikbare huurwoningen te gaan slopen waardoor er extra vraag naar dit type woningen zal gaan ontstaan in de buurgemeenten?
  3. Zo ja, wat gaat het college hieraan doen? Meer bouwen? Afspraken met Rotterdam bijstellen?
  4. Zo neen, waarom niet?

Het bericht van de PvdA-Zuid-Holland dat hierna volgt sluit hierbij aan en is ook voor Lansingerland van groot belang.

PVDA ZUID-HOLLAND: PROVINCIE MOET ROTTERDAMS WOONBELEID STOPPEN

De PvdA fractie in Zuid-Holland wil dat de provincie aan de Rotterdamse regio vraagt om met nieuwe plannen te komen voor voldoende sociale woningen. De PvdA wil dat de provincie indien nodig zelf beleid vaststelt om dit af te dwingen. Om te voorkomen dat in de aanloop tot de noodzakelijke beleidsaanpassing het aantal sociale huurwoningen afneemt, heeft de PvdA vandaag bekend gemaakt dat de partij samen met SP en GroenLinks een voorbereidingsbesluit voor de regio Rotterdam opstelt.

De gemeenteraad van Rotterdam stemde op 15 december in met het collegevoorstel om het aantal sociale woningen in Rotterdam met 20.000 te verminderen. Dit besluit werd genomen ondanks dat 70 procent van de stemmers bij het woonreferendum hier tegen stemde. De PvdA Zuid-Holland vindt dat de provincie moet voorkomen dat het aantal sociale woningen in de regio Rotterdam in de toekomst onvoldoende is om mensen die voor een sociale huurwoning in aanmerking komen passend te kunnen huisvesten. Het behoud van evenwicht tussen vraag en aanbod op de woningmarkt is een belangrijk provinciaal beleidsdoel.

Als de provincie een voorbereidingsbesluit voor de regio Rotterdam vaststelt, dan heeft dat tot gevolg dat de gemeenten in de regio een jaar lang geen besluiten mogen nemen die ingaan tegen voorgenomen provinciaal beleid gericht op voldoende sociale huurwoningen. De gemeenten in de Rotterdamse regio kunnen dan bijvoorbeeld geen bestemmingsplannen meer vaststellen zonder ontheffing van de provincie. Het is in Nederland uitzonderlijk dat de provincie een besluit met deze vergaande strekking voor een hele regio neemt. Het besluit dat door de Rotterdamse gemeenteraad is genomen dreigt de Rotterdamse woningmarkt echter ernstig te ontwrichten, waardoor naar het oordeel van de PvdA een krachtig antwoord noodzakelijk en gepast is.

Het voorstel wordt op 8 maart aanstaande ingebracht bij het agendapunt woonbeleid Rotterdam voor de vergadering van de commissie Ruimte en Leefomgeving. Het Rotterdamse woonbeleid is op verzoek van onder andere PvdA en SP op de agenda geplaatst om te spreken over maatregelen die de provincie het best kan nemen in de ontstane situatie. De verantwoordelijk gedeputeerde heeft toegezegd dat zij ook haar oordeel zal geven over de ontstane situatie, en zal aangeven welke beleidsmaatregelen de provincie in reactie daarop kan nemen.

Het AD Rotterdam berichtte met als titel ‘Bom onder sloopplannen Rotterdam’ hierover afgelopen donderdag als volgt: http://www.ad.nl/rotterdam/bom-onder-sloopplannen-woonvisie~a602a2a0/

ANTWOORD VAN COLLEGE OP VRAGEN OVER UITVOERING WMO EN WONINGAANPASSING

Op 23 januari 2017 hebben wij schriftelijke raadsvragen ingediend over de Uitvoering Wmo en woningaanpassingen. Afgelopen week kregen wij van het college de volgende reactie.

Vraag 1. Welke concrete criteria hanteert de gemeente Lansingerland bij de beoordeling of een aanvrager in aanmerking komt voor woningaanpassingen in het kader van de Wmo?

Antwoord: De concrete criteria die de gemeente hanteert staan omschreven in onze verordening en beleidsregels. U kunt de criteria vinden in: Verordening Sociaal Domein (T16.09310): artikel 4:3 en artikel 4:4 lid 1 en 2 Beleidsregels Sociaal Domein 2017 (T16.13179): artikel 4.10

Van inwoners wordt in het algemeen verwacht dat zij ervoor zorgen dat hun woonsituatie past bij hun levensfase. Wanneer inwoners toch tegen problemen aanlopen, brengen we in een gesprek bij de inwoner thuis in kaart welke belemmeringen de inwoner ervaart bij het gebruik van de woning. Vervolgens kijken we welke mogelijkheden er zijn voor inzet van algemeen gebruikelijke voorzieningen, zoals beugels, toiletverhogers en een tweede trapleuning. Wanneer de inwoner ondanks deze inzet geen normaal gebruik kan maken van de woning, kan een maatwerkvoorziening worden ingezet. Onder normaal gebruik wordt verstaan dat de elementaire woonfuncties mogelijk moeten zijn: slapen, lichaamsreiniging, toiletgang, het bereiden en consumeren van voedsel en het zich verplaatsen in de woning.

Vraag 2. Welke eigen bijdrageregeling is hierbij van toepassing? (zowel de huidige regeling als de door het college voor de toekomst beoogde)

Antwoord: De eigen bijdrage voor woningaanpassingen wordt berekend op basis van kostprijs van de woningaanpassing. De inwoner betaalt een maximumbedrag per maand, dat wordt berekend op basis van draagkracht. De eigen bijdrage mag hierbij nooit hoger zijn dan de kostprijs van de voorziening. Er wordt geen eigen bijdrage meer opgelegd voor onderhoud en reparaties van woningaanpassingen. Wanneer de inwoner een middel in bruikleen heeft, innen wij een de eigen bijdrage van maximaal de prijs van de huur per maand. Bij aanpassingskosten onder de € 702, – wordt het bedrag in 13 periodes geïnd, verspreid over een jaar. Bij aanpassingen van meer dan € 702, – euro in 39 periodes, verspreid over drie jaar.

Vraag 3. Hoeveel aanvragen voor woningaanpassingen kreeg de gemeente Lansingerland in 2016? Hoeveel werden er toegekend en hoeveel werden er afgewezen?

Antwoord: In 2016 zijn 140 aanvragen voor woningaanpassingen ontvangen en 84 verzoeken voor onderhoud en reparaties aan woningaanpassingen. Er zijn in totaal 3 aanvragen afgewezen. Twee hiervan zijn afwijzingen op grond van voorzienbaarheid (plaatsen gelijkvloerse douche i.p.v. ligbad), en één, omdat uiteindelijk geen belemmeringen werden ervaren in de toegang van een complex.

Vraag 4. Hoeveel klachten werden er in 2016 ingediend naar aanleiding van aanvragen voor woningaanpassingen?

Antwoord: Er zijn in 2016 geen bezwaarschriften en geen klachten binnengekomen inzake de woningaanpassingen.

Vraag 5. Is er sprake van een gestructureerde samenwerking tussen gemeente en woningcorporatie m.b.t. woningaanpassing en/of beschikbaar stellen van geschikte, aangepaste woonruimte?

Antwoord: Er is een gestructureerde samenwerking, bijvoorbeeld in het kader van het project ‘langer wonen in eigen woning’. We overleggen over ‘grote’ aanpassingen in door 3B-Wonen verhuurde woningen. Er loopt een pilot met 3B wonen voor inwoners boven 55 jaar, waarbij de kosten voor woningaanpassingen die normaliter algemeen gebruikelijk zijn, denk aan handgreep, tweede trapleuning e.d. door 3B-Wonen worden geplaatst en gefinancierd. Als het gaat om het beschikbaar stellen van woningen volgen we de reguliere route. Indien nodig kan de gemeente een urgentieverklaring afgeven. De inwoner zoekt dan eerst zelf naar een geschikte woning. Als er na drie maanden nog geen passende woning is geaccepteerd, biedt 3B-Wonen een geschikte woning aan. In de toekomst is het wellicht mogelijk om de zogenaamde blijversregeling in te zetten. Dit hangt mede af van de besluitvorming rond het Beleidsplan Sociaal Domein 2018-2022.

Vraag 6. Wat vindt het college van de door de ANBO voorgestelde cultuuromslag die in het teken staat van commerciëler denken & verbinden als het om zoeken naar oplossingen gaat?

Antwoord: De gemeente is altijd op zoek naar nieuwe ideeën en mogelijkheden. Waar mooie nieuwe verbindingen gemaakt kunnen worden met bedrijven staan wij daar uiteraard voor open. Echter, we zijn daarbij in veel gevallen gebonden aan wet- en regelgeving rond subsidie en inkoop. We maken uiteraard goede afspraken met leveranciers en een PGB behoort ook tot de mogelijkheden.

De PvdA fractie gaat de reactie van het college bestuderen. Zo nodig komen wij hierop in een volgend weekverslag nog terug.

TOT SLOT

De PvdA-fractie in Rotterdam zal de voorgenomen motie over het weer in ere herstellen van de in de gemeente Rotterdam gelegen bushalte Bonfut & Wildersekade agenderen in april/mei wanneer de raad een besluit neemt over het Vervoerplan RET 2018. De strekking van hun motie is dezelfde als die de fracties van GroenLinks, Leefbaar 3B en PvdA vorige week met succes indienden in de raad van Lansingerland.

Wat deden wij in dezelfde periode in 2014? Dit is te lezen op: https://lansingerland.pvda.nl/2014/01/31/pvda-fractie-aan-het-werk-periode-27-31-januari-2014/ Nog maar drie jaar geleden berichtten wij in dit weekverslag over het volgende financiële horrorscenario: ‘In Stadsregionaal verband is verder afgesproken dat Lansingerland nu 400 huizen per jaar kan gaan bouwen. Het idee is om de afspraken die door de Stadsregio gemaakt zijn op te nemen in de nieuwe provinciale structuurvisie die momenteel in voorbereiding is. Met nog 6000 huizen op de plank gaat het dus nog zeker 15 jaren duren voordat Lansingerland helemaal uitgebouwd is. 15 jaren waarin de rentelasten op de braakliggende maar wel al in exploitatie genomen gronden gewoon voortduren en een stevig beslag blijven leggen op onze gemeentebegroting. Juist afgelopen week kreeg de raad een eerste doorkijkje op de financiële ontwikkelingen tot 2018.

 Het tekort loopt op naar 9 miljoen in 2018. Voor 2025 is op basis van de cijfers van eind 2013 zelfs een tekort van 13 miljoen voorzien. Bijna 15% van de huidige begroting. Opgeteld met het bedrag dat de afgelopen jaren al is bezuinigd, wordt dan de 20 miljoen of wel 20% van onze gemeentebegroting overschreden. Dat is een bizarre krimp.

Een bedrag van 9 miljoen in 2018 ophoesten door louter de lasten te verhogen en nog eens extra te bezuinigen kan Lansingerland niet meer alleen aan. Een verhoging van onze OZB tot 150% levert ‘slechts’ 5 miljoen op. Dan blijven er nog 4 miljoen euro over die door bezuinigingen moeten worden ingevuld. In onze begroting zit na alle eerdere bezuinigingen nog nauwelijks rek. Mocht de gemeente wederom een groot verlies moeten nemen op ons grondbedrijf, dan zal er opnieuw sprake zijn van een negatieve algemene reserve en dus ook van een extra tekort bovenop de 9 miljoen die voor 2018 voorspeld is. Kortom, Lansingerland wil zelf regie en verantwoordelijkheid dragen voor het eigen herstelplan maar steun en facilitering door andere overheden is hard nodig. Alleen gaan wij het niet meer redden”.

Nu, nog maar 3 jaar later, zie de financiële toekomst van Lansingerland er een heel stuk vrolijker uit! En eigenlijk was dit al in mei 2014 het geval!

Volgende week is het weer de maandelijkse raadscommissie week. Interessant is met name de agenda van de raadscommissie Samenleving. Zie: http://ibabsonline.eu/Agenda.aspx?site=lansingerland&agendaid=f00de1b8-12cd-44b3-8654-6a792f297e34&FoundIDs=&year=2017 Petra Verhoef agendeerde het bespreekpunt ‘Meer maatwerk bij de uitvoering van de Participatiewet’ en verder staat het belangrijke beleidsplan Sociaal Domein 2018-2022 op de agenda. Maandagavond is er de aftrap van de interne PvdA Lansingerland Leergang 2017.

Het citaat van deze week betreft de ‘Feitenkaart’ van de gemeente Rotterdam:http://www.rotterdam.nl/Clusters/BSD/Documenten%202017/OBI/Feitenkaart%20Regio%20RIO%202014.pdf Deze feitenkaart geeft een mooi overzicht van de inkomens in alle gemeenten in de regio Rotterdam in 2014. De gemeente Lansingerland telde toen het hoogste aantal hoge inkomens (36%) in onze regio en bovendien ook het laagste percentage lage inkomens (24%). Het gemiddeld inkomen per huishouden was in 2014 met 46.700 euro het hoogste in de Rotterdamse regio. Je zou toch zeggen dat de problemen van de arme kinderen in Lansingerland oplosbaar zouden moeten zijn met de nodige politieke wil!

Tot de volgende week!

Fractie PvdA Lansingerland, 3 februari 2017