5 december 2014

PVDA FRACTIE AAN HET WERK: PERIODE 1 – 5 DECEMBER 2014

Dit 39ste weekverslag in 2014, aflevering 332 sinds de start van de gemeente Lansingerland in januari 2007, betreft de dingen die wij deden tijdens de afgelopen week. Het was de week waarin wij met de bewoners van het Berkelse Carré de straat opgingen om Berkel centrum op toegankelijkheid voor mensen met een beperking te beoordelen, de RET ‘stiekem’ is begonnen met het inzetten van extra voertuigen op de RandstadRail tijdens de spitsuren en wij voor de vijfde keer in vijf maanden tijd aandacht vroegen voor ons magere armoede en minimabeleid. Het was ook de week waarin het politieke amateurisme weer hoogtij vierde en college en coalitiepartijen er wat vreemde ideeën over de actieve informatieplicht op na bleken te houden. De foto’s bij dit weekverslag gaan over Internationale Gehandicaptendag 2014. Onze zoektocht naar de toegankelijkheid van Berkel centrum voor mensen met een beperking.

PLAATSVERVANGENDE SCHAAMTE OVER TOEGANKELIJKHEID BERKEL CENTRUM

Last van plaatsvervangende schaamte had Gerard Bovens afgelopen woensdagmiddag na afloop van de gezamenlijke toer die vijf cliënten van Middin samen met een aantal begeleiders, vertegenwoordigers van de media, onze vier PvdA fractieleden en ons bestuurslid Greet Wijs maakten om de toegankelijkheid van het winkelcentrum te toetsen. Het was die dag Internationale Gehandicaptendag, dus een uitgelezen moment om aandacht te vragen voor de positie van mensen met een beperking in Lansingerland. Hebben zij voldoende mogelijkheden om zelfstandig te kunnen participeren? Het initiatief om met de PvdA gemeenteraadsleden in gesprek te gaan werd eind oktober genomen door bewoners van Het Carré aan de Oudelandselaan. In deze voorziening van Middin wonen mensen die door de gevolgen van niet-aangeboren hersenletsel, veroorzaakt door bijvoorbeeld een beroerte of een ongeval, niet meer zelfstandig kunnen wonen. Tijdens een 90 minuten lange toer door een ijskoud Berkel centrum werd onze fractie geconfronteerd met een reeks aan tekortkomingen die het eigenlijk voor mensen, die zelfstandig met een (elektrische) rolstoel of scootmobiel boodschappen willen gaan doen, onmogelijk maakt om dit zonder begeleiding te doen. Dat is echt gevaarlijk.

Waar liepen we op onze koude tocht zoal tegen aan? Een greep uit onze lijst: oversteken in een rolstoel op de Oudelandselaan is gevaarlijk omdat geparkeerde auto’s aan automobilisten het zicht ontnemen op de rolstoelers die willen oversteken op het zebrapad, heggen die het zicht belemmeren op fietsers die er plotseling achter uit schieten, auto’s die op de stoep geparkeerd zijn en de doortocht belemmeren, een parkeerterrein zonder stoep waardoor rolstoelers tussen parkerende auto’s moeten manoeuvreren, trottoirs met voor rolstoelers veel te steile holletjes en vooral, ongelofelijk veel gevaarlijke hoogte verschillen in Berkel centrum. Hoogteverschillen die bovendien ook nog eens gepaard gaan met veel schuine hellingen. Sommige winkels zijn daardoor voor rolstoelers vrijwel ontoegankelijk. Het is bovendien wonderlijk om te merken dat er geen snelle en veilige verbinding is voor bewoners van het Carré en de Oudelandsehof van hun huis naar Berkel centrum. Velen van hen zijn immers slecht ter been. Het vraagt een oneindig geworstel en gelaveer om zelf zonder begeleiding met de rolstoel op de plek van bestemming te komen. De bijgaande foto’s spreken voor zich zelf.

Dieptepunt van onze tocht was het bruggetje dat het pleintje met de Visch verbindt met de passage. De gang per rolstoel vanaf het pleintje naar de brug is al lastig vanwege het forse hoogteverschil maar het werd pas echt gevaarlijk toen bleek dat het niveau van de straat niet goed aansluit op die van de brug. Je slaat dus zo om met een rolstoel wanneer je de vaart om deze geniepige hobbel niet goed inschat. Voor menig rolstoeler houdt Berkel centrum hier op want alleen durven ze niet verder.

Wat wij ons afvroegen is, of er bij de inrichting van onze winkelcentra en de bereikbaarheid van belangrijke voorzieningen er wel voldoende gewerkt is aan de hand van de regelgeving met betrekking tot toegankelijkheid. Goede toegankelijkheid is essentieel voor mensen met een beperking om volwaardig in onze samenwerking te kunnen participeren. Toegankelijkheid is de afgelopen jaren niet of nauwelijks een onderwerp geweest voor politiek Lansingerland. Mensen met een handicap staan meestal niet in de rij om politieke aandacht te vragen. Het is dan ook de hoogste tijd om dit weer hoog op de politieke agenda te plaatsen. Dat gaan wij dan ook doen. De PvdA fractie bereidt op dit moment een gedachtewisseling voor die wij willen agenderen voor de raadscommissie van januari 2015. Wij zijn heel benieuwd om te horen hoe ons college en de andere raadsfracties tegen het vraagstuk van de toegankelijkheid aankijken. Wij zouden al een heel eind op weg zijn wanneer bij alle nieuwe investeringen ten behoeve van nieuwe en bestaande wegen de toegankelijkheid voor gehandicapten hoge prioriteit krijgen. Zo’n aanpak kost tijd. Een aantal dringende knelpunten moet opgelost worden via een extra financiële inspanning. Wij denken dan aan de route tussen de Oudelandselaan en het centrum en het verhelpen van een aantal gevaarlijke hoogteverschillen in Berkel centrum. Lansinger-Scheefland. Natuurlijk moeten dan ook beide andere centra onder de loep genomen worden.

Na de koude tocht, spraken wij tijdens de lunch nog uitgebreid na over onze gezamenlijke ervaringen. Onze fractie heeft veel waardering voor het enthousiasme, de betrokkenheid en het doorzettingsvermogen van de mensen van Middin. Wij zullen ze niet in de steek laten!

DSC02929

DSC02938

STIEKEM HOGERE METRO E FREQUENTIE TIJDENS DE SPITSUREN

Begin maart 2014 berichtten wij aan RET directeur Pedro Peters dat: “Metro E van meet af aan een zeer groot succes is. De frequentie van maandag t/m vrijdag is elke 10 minuten een metro richting Den Haag Centraal of Rotterdam Centraal & Slinge. Vooral in spitsuren is deze frequentie echter aan de krappe kant en daar maken wij ons zorgen over. Een hogere frequentie of meer voertuigen ligt dan voor de hand. Bekend is bij ons dat wanneer station Den Haag Centraal over een paar jaar over voldoende nieuwe opstelsporen beschikt en uw RET over voldoende materieel en financiële middelen beschikt om tot een hogere frequentie over te gaan, pas verdere verbetering van het reizigersvervoer op deze belangrijke lijn kan gaan plaatsvinden. De PvdA heeft het gevoel dat dit langer duurt dan eerder is afgesproken en wil dat zo snel als mogelijk de frequentie dan wel capaciteit van de RandstadRail omhoog gaat”.

Directeur Pedro Peters antwoordde ons toen met kerende post: “Dat de metro’s in de spits vol zitten klopt volledig. Met name in de ochtenduren in de richting van Rotterdam is het rond 8 uur erg vol. Dat probleem hebben we ongeveer een jaar geleden aangekaart bij de beide opdrachtgevers; het Stadsgewest Haaglanden en de Stadsregio Rotterdam. Die hebben inmiddels een quick scan laten uitvoeren naar mogelijkheden om bijvoorbeeld de frequenties te verhogen (treinen verlengen is namelijk heel lastig i.v.m. de perronlengte). Ook is in opdracht van beiden onderzocht wat de vervoerprognose voor de komende jaren is. Daaruit bleek dat lijn E van RandstadRail, wanneer o.a. de woningbouw in Pijnacker en Lansingerland weer aantrekt, met nog ca. 15% zou kunnen groeien. Voor de Stadsregio Rotterdam is dat reden geweest om recent aan RET een studie op te dragen om de mogelijkheden te onderzoeken om in de ochtendspits de vervoercapaciteit tussen Pijnacker en Rotterdam te gaan vergroten (een “maatwerk- oplossing”). Op de resultaten daarvan kan ik verder nog niet vooruitlopen.” Wij stelden hierover ook schriftelijke vragen aan ons college die een soortgelijk antwoord opleverden. Sindsdien bleef het stil.

Afgelopen dinsdag stelde Sam de Groot deze kwestie opnieuw aan de orde in de raadscommissie Ruimte. Volgende week gaat de nieuwe RET dienstregeling in dus vol verwachting klopte ons hart! Wethouder Simon Fortuyn kon echter geen helderheid geven. Hij zou het op korte termijn in Stadsregionaal verband bespreken maar helder was wel dat er van een hogere spitsfrequentie in de officiële nieuwe dienstregeling geen sprake zou zijn. Onze fractie ventileerde ons ongenoegen hierover direct via Twitter richting de RET en zo waar, ons signaal werd opgepikt door zowel de RET als het AD/RD.

Want wat schrijft het AD/RD afgelopen donderdag: “De RET is ‘stiekem’ begonnen met het inzetten van extra voertuigen op de RandstadRail . De vervoerder probeert zo de druk tijdens de ochtendspits een beetje te ontlasten. Veel reizigers klagen over de overvolle metrovoertuigen op dat tijdstip. In plaats van om de tien minuten rijdt er nu soms om de vijf minuten een metro. RET-woordvoerder Frouke Albers benadrukt dat het niet om een structurele maatregel gaat. De voertuigen worden ook niet opgenomen in de officiële dienstregeling. ,,We kunnen het alleen doen als we genoeg reservevoertuigen hebben. We kijken per dag of dat het geval is. Het is nu echt improviseren om de reizigers in de ochtendspits te ontlasten. Op de langere termijn (eind 2016) is het wel de bedoeling om in de ochtend- en avondspits elke vijf minuten een metro te laten rijden tussen Rotterdam en Den Haag. Die maatregel vergt echter behoorlijk wat investeringen. Zo moeten er voor vele miljoenen extra voertuigen worden aangeschaft en moet ook het spoor worden aangepast.

“Want als de frequentie nu structureel verhoogd zou worden heeft dat gevolgen voor de Randstadrailvoertuigen vanuit Zoetermeer,’’ legt Eric Bavelaar van opdrachtgever Stadsregio Rotterdam uit.  Die maken vanaf Pijnacker namelijk gebruik van hetzelfde spoor.  Een oplossing zou zijn om bij Pijnacker een zogeheten keerspoor te maken waar de extra voertuigen kunnen keren.

De Stadsregio onderzoekt nu samen met de RET of dit mogelijk is om de drukke metrovoertuigen te ontlasten. Volgens Bavelaar zijn de treinstellen nu overigens alleen tijdens twee ritten in de ochtendspits echt overvol. Op de andere momenten zitten ze ‘goed vol’, maar is geen sprake van ‘Japanse toestanden’.

Tot zover de berichtgeving van AD/RD van donderdag. Wij prijzen het improvisatievermogen van de RET om de frequentie van Metro E tijdens de spits als het even kan ‘stiekem’ te verhogen. Wij begrijpen ook dat een echte frequentie financieel, technisch en organisatorisch veelomvattend is en niet in een paar maanden te regelen is. De PvdA fractie rekent er wel op dat vanaf eind 2016 deze problemen opgelost zijn. Tot dan reizen wij in de spits relaxed met onze eigen Metrolijn Stiekem! De RET is trots op hun eigen creativiteit en onze fractie op het feit dat wij dit nu definitief en met resultaat op de agenda van én Stadsregio én RET hebben geplaatst. Wethouder Fortuyn mag nu ons PvdA karwei gaan afmaken.

DSC02931

POLITIEK COALITIE AMATEURISME TEN TOP

Afgelopen woensdag bemerkte de VVD fractie dat een brief van de provincie Zuid-Holland waarin een aantal pittige, kritische opmerkingen over in het bijzonder de kwaliteit van de in juli door de raad vastgestelde Kadernota 2014 niet direct onder ogen van de raad was gebracht. Deze brief dateert van 20 oktober 2014 en had volgens de VVD fractie onderwerp van beraad moeten uitmaken van het debat over de begrotingsbehandeling dat begin november plaatsvond. Daarom had de wethouder op basis van zijn actieve informatieplicht deze brief direct onder aandacht moeten brengen van de raad en niet, zoals gebeurd was, laten bergen in een uithoek van ons raadsinformatiesysteem. Terecht dus dat de VVD fractie dit onderwerp met (aarzelende) steun van de raadsfracties agendeerde in de commissie Algemeen Bestuur van afgelopen donderdag. De VVD was boos omdat zij tijdens het debat over de begroting meermalen aan wethouder Abee hadden gevraagd wat de provincie vond van de kwaliteit van de begroting. De wethouder verwees daarbij bij herhaling naar overleg dat nog plaats moet vinden. Over de brief van 20 oktober geen woord.

Tijdens de commissievergadering vertelde wethouder Abee van de prins geen kwaad te weten: “De brief van de provincie bevat geen nieuwe feiten, het is oude kost. Bovendien gaat de brief over de Kadernota en niet over de begroting. De criteria waarop de provincie de begroting zal beoordelen zijn ook de raad bekend. De begroting is daarop ook ingericht”. Gerard Bovens vroeg aan wethouder Abee dat het toch voor de hand lag dat de raad een relatie zou kunnen leggen tussen het gestelde in de brief over de Kadernota en de Begroting. Die gaan hand in hand. Of de brief wat nieuws te melden heeft, behoort niet zo zeer tot het oordeel van het college maar vooral tot die van de raad. Het zou tactisch slim geweest zijn wanneer de wethouder zich dat eerder had gerealiseerd. Wij vonden het nogal amateuristisch dat wethouder Abee (die wij overigens hoog achten) niet direct toegaf dat zijn keuze om de raad eind oktober niet zelf te informeren, achteraf niet handig was. Waarom geen “sorry”, vroeg Gerard, die overigens vindt dat de brief van de provincie inderdaad nauwelijks nieuws bevatte maar vooral een herhaling bood van wat zij al een tijdje verkondigen en waarbij je best de nodige vraagtekens kunt zetten. Het hele tafereel zal ongetwijfeld het nodige kwaad bloed gaan zetten bij de provincie die de openbare opmerkingen van de wethouder over hoe hij tegen de opvattingen van de provincie aankijkt waarschijnlijk niet in dank zal afnemen. Dat had wethouder Abee helemaal niet hoeven doen. Hij had een verder debat zonder uitgebreid op de brief van de provincie in te gaan met een simpel ‘sorry’ vanwege zijn eerdere inschattingsfout kunnen voorkomen.

De wijze waarop de coalitiepartijen aan dit debat deelnamen gaf ook weinig blijk van veel politiek besef. In plaats van te down graden gooiden zij voortdurend olie op het politieke vuur. Zo wilde D66 graag een debat over wat de ‘actieve informatieplicht’ precies voor Lansingerland betekent en vond het CDA dat raadsleden in de oppositie beter hun best moesten doen om zelf informatie te vergaren. Geen coalitiemens die probeerde deze politieke vlam te doven. Tenen krommend.

Of dit debat nog een liberaal staartje krijgt, weten we niet. Wij maken ons vooral veel zorgen over het opnieuw gebleken gebrek aan bestuurlijke professionaliteit bij college en coalitie. Crisisbeheersing ontbreekt en de naïviteit voert hoogtij. Niemand die de nek uitsteekt om deze coalitie-club op sleeptouw te nemen. Ze zitten als een groep zwijgenden tegen over elkaar in de raadszaal. Pijnlijk voor de oppositie die baalt als een stekker over zoveel onbenul. Hoe lang houd je dat als coalitie nog vol?

DSC02922

ONZE VRAGEN OVER NOTA INKOMENSONDERSTEUNING 2015-2018

Afgelopen donderdag stond de nota inkomensondersteuning 2015 op de agenda van de raadscommissie Samenleving. Het betekende alweer het vijfde debat over de gebrekkige armoede en minima aanpak van het college in vijf maanden. De PvdA-fractie heeft de nota doorgenomen en ook de reactie van de CAR-WWB raad, plus de reactie van het college daarop. Ons allerbelangrijkste bezwaren werden verwoord door Petra Verhoef.

In deze nota wordt, net als nu in 2014 is gebeurd, voorgesteld om de Klijnsmagelden niet te gebruiken voor extra impuls aan armoede- en minimabeleid, maar voor het opvangen van eventuele tekorten in het budget voor de individuele bijzondere bijstand. Petra gaf aan niemand in de raadszaal uit te hoeven leggen dat de PvdA hier mordicus tegen is.

De PvdA bepleit — net als de CAR-WWB- om het budget individuele bijzondere bijstand (waarop trouwens al wordt bezuinigd via een aanpassing van de draagkrachtberekening), met behoud van de bestaande 115% grens, in de gemeentebegroting veel ruimer te gaan ramen en zo het Klijnsma budget ongemoeid te laten en alleen in te zetten waarvoor het bedoeld is. Zo nodig dienen wij hierover weer een amendement in!

Ziet de PvdA een probleem dat er niet is? Nee! Landelijk heeft 7% van de huishoudens een laag inkomen, in Rotterdam bijna 15%. In 2006 lag het percentage volgens CBS hier in de 3 kernen tussen de 4% en 7%. Recente gegevens zijn er niet, maar onze kerken hebben alarmerende verhalen over problemen rondom armoede, het aantal verzoeken om hulp van vrijwilligersorganisaties bij schuldenproblematiek neemt toe, mensen scheiden vaak en verliezen banen.

Vragen:

  1. CAR-WWB heeft sinds aantreden college al twee keer precies in onze lijn een advies gegeven. Waarom wordt hun advies keer op keer genegeerd? Heeft de wethouder hierover met hen een persoonlijk overleg gehad?
  2. Kan het college in kaart brengen hoe groot de doelgroep is van ‘mensen met een laag inkomen” in Lansingerland (bijvoorbeeld via een armoede-monitor zoals men die Rotterdam en Zoetermeer kent)? Men zal toch inzicht moeten hebben in de totale omvang van de lokale problematiek voordat men het beleid voor 2015-2018 vaststelt? Het is immers niet onwaarschijnlijk dat de doelgroep veel groter is dan nu bereikt wordt.
  3. Punt 3.6.2.: Hoe zeker is het dat kosten voor werkweken & excursies via de verantwoordelijkheid van de scholen geregeld gaat worden? Houden scholen daar rekening mee? Is daar al overleg over geweest?
  4. Wij zijn het eens met het advies van de CAR om te proberen de verschillende inkomensgrenzen meer gelijk te trekken. Het is nu een ratjetoe van 100, 110, 115, 120 en 130%. Dit soort onduidelijkheid kan er toe leiden dat onschuldige inwoners per ongeluk fraude plegen. De ambtenaren kunnen hier blijkbaar prima mee omgaan, maar kan de inwoner het? Het tegenargument van collegezijde om de verschillende percentages wel te handhaven i.v.m. een dreigende armoedeval klopt niet, omdat voorzieningen niet meer categoraal maar individueel worden beoordeeld. Het risico van de armoedeval kan dus via een individuele toets voorkomen worden.
  5. In samenhang met de vorige vraag: Waarom worden alle voorzieningen specifiek voor kinderen niet naar de 130% grens verhoogd? “Ieder kind telt” was toch het motto??
  6. En daarop voortbordurend: Waarom kent Lansingerland net als andere gemeenten geen breed kindpakket waarin allerlei voorzieningen in natura zijn opgenomen? Van fiets, kleding, excursies, computer tot sport & recreatie.
  7. De PvdA zal, tenzij het college dit zelf oppikt, in het voorjaar 2015 een “Ronde tafel Gesprek over armoede in Lansingerland” gaan organiseren om de breedte van de problematiek precies in kaart te brengen.

Wethouder Van Tatenhove probeerde om de vraag van Petra Verhoef of zij persoonlijk contact met de CAR had gehad over beide door haar genegeerde adviezen, behendig heen te zeilen. Zij vertelde dat zij in algemene zin overleg gehad heeft over een aantal thema’s. Wanner dat was, zei zij echter niet. Daaruit kon je opmaken dat zij nimmer met de CAR gericht van gedachten heeft gewisseld over haar beweegredenen om het CAR advies niet te volgen. In de CAR zitten de Kerken, SWL, Vluchtelingenwerk, Belangenvereniging sociale zekerheid, een cliënten vertegenwoordiging en Humanitas. Organisaties die dag in dag aan tegen de effecten van het gemeentelijk armoedebeleid aanlopen. Organisaties die bovendien model staan voor de lokale participatie samenleving, worden in deze dus gepasserd. De wethouder verschuilde zich opnieuw achter het totale pakket aan inkomensondersteuning waarvan volgens haar de Klijnsma gelden een integraal onderdeel vormen. Het college zegt aan einde van haar CAR-WWB reactie: “zonder de inzet van de rijksmiddelen zien we ons genoodzaakt om inkomensgrens van de individuele bijzondere bijstand te verlagen, waardoor een deel van huidige gebruikers hierop geen aanspraak kan maken. We willen de individuele bijzondere bijstand ook voor deze inwoners toegankelijk houden”. Dit is een duidelijke budgettair gestuurde keuze (maar klinkt haast als dreigement) van het college: maak armen solidair met armen! Men kan er ook voor kiezen om netjes een x bedrag in de begroting extra te reserveren.

Wethouder van Tatenhove was gelukkig wel te porren voor het idee om een armoede monitor en minima effect rapportage te ontwikkelen. Die zou dan gepresenteerd kunnen worden tijdens het door ons voorgestelde Ronde Tafelgesprek over armoede in Lansingerland. Dan kan immers pas echt helder worden hoe het precies met de armoede in Lansingerland gesteld is, of de instrumenten werken en de budgetten toereikend zijn. Wij denken op voorhand van niet.

Petra Verhoef zal tijdens de raadsvergadering van 18 december het armoede en minimabeleid voor de zesde keer in vijf maanden tijd aan de orde stellen. Waarschijnlijk opnieuw via een amendement. Wij signaleren dat het nog nimmer in de 8 jarige geschiedenis van Lansingerland gebeurd is dat een wethouder sociale zaken zoveel politieke weerstand ontmoette tegen het door haar gevoerde beleid. Dat geeft zeer te denken!

DSC02927

 STAATSSECRETARIS WIJST VOORZITTER PARTICIPATIEPROCES HSL AAN

Staatssecretaris Wilma Mansveld heeft oud CDA Tweede Kamerlid Pieter Jan Biesheuvel gevraagd als voorzitter om het participatieproces te gaan trekken dat moet gaan leiden tot een advies over een voor inwoners en gemeentebesturen bevredigende oplossing van de HSL geluidsoverlast. In haar brief van 2 december hierover geeft zij opnieuw aan dat er een investering van 150-200 miljoen nodig is om het geluidsniveau voor bestaande woningen (over nog te bouwen woningen rept zij niet) op 57 dba niveau te krijgen. Dat geld heeft zij niet dus zij wil alleen maar maatregelen voor woningen waarbij de norm met 3 dba of meer overschreden wordt. Zij hoopt desondanks toch dat zij samen met Pieter Jan Biesheuvel, de inwoners en de gemeentebesturen tot een ook door hen gedragen maatregelenpakket zal komen. In mei 2015 moet het advies van de commissie Biesheuvel bij haar zijn. Daarmee, zo stelt zij, meent zij een goede uitvoering te hebben gegeven aan de onlangs door Betty de Boer (VVD) en Duco Hoogland (PvdA) ingediende en door de Kamer gehonoreerde motie.

Onze fractie is benieuwd hoe dit participatieproces gaat lopen en hoe wethouder Simon Fortuyn zich hierin gaat handhaven. Deze wethouder dreigt voortdurend gemangeld te gaan worden tussen de druk vanuit, vooral, de CDA fractie in de raad, de eisen van Stop de Herrie HSL, de belangen van andere gemeenten, de strikte randvoorwaarden van de staatssecretaris en zijn neiging om vooral een ieder te vriend te houden en niet van meet af aan zelf een heldere bestuurlijke positie te kiezen. Onhelderheid troef dus en dat vraagt om politieke averij. Een bestuurder moet immers besturen. De staatssecretaris op haar beurt kan nu even rustig achterover leunen en afwachten wat de commissie Biesheuvel in mei 2015 te bieden heeft. Aan de eisen van de Tweede Kamer ten aanzien van de burgerparticipatie heeft zij immers voldaan en op het eind berust het bestuurlijke eindoordeel over het HSL maatregelenpakket nog steeds gewoon bij haar.

DSC02919

 PARKEEROVERLAST RODENRIJS WEST

Het college reageerde op onze schriftelijke vragen over de parkeeroverlast in de naast station Rodenrijs West gelegen station Rodenrijs. Er komen meer parkeerplekken bij het station voor fiets en auto en het college is van plan om in de wijk Rodenrijs West zelf een blauwe zone in te richten. Dat vinden wij goed nieuws maar het komt nu wel op de uitvoering aan. Wat gaat dit precies voor de inwoners betekenen? Worden zij wellicht op kosten gejaagd vanwege de noodzakelijke parkeervergunningen? Bovendien is het college er geen voorstander van om het vrachtverkeer op de Provincialeweg te verbieden. De bewoners in Rodenrijs West ervaren daar momenteel overlast van. Onze fractie gaat wederom in overleg met de inwoners in deze wijk om te bezien welke vervolgstappen er genomen moeten worden wil er voor hen een bevredigende oplossing op tafel liggen.

DSC02918

TOT SLOT

Volgende week zijn er voor de raad geen openbare vergaderingen. Wij gaan opnieuw landelijk aan de slag met de financieringsvraagstukken van gemeenten die voor grote bouwopgaven en een wankel grondbedrijf staan. Bovendien gaan wij een aansprekend amendement over het armoede en minimabeleid formuleren en blijven wij aan de slag met de talrijke lopende dossiers.

Het citaat van de week komt uit de Volkskrant van 29 november 2014, is van de hand van Martin Sommer en heeft als titel “Gij zult voor u zelf zorgen’. Het citaat dragen wij speciaal op aan wethouder Simon Fortuyn: “Er is niets op tegen om burgers aan te moedigen om in gesprek te gaan. Maar besturen, ook in de goede samenleving, draait om besluiten nemen. En in laatste aanleg gaat het om de machtsvraag. Wie heeft het voor het zeggen en hoe regelen we dat. Voor die machtskwestie hebben we al instellingen, zei politicoloog en voormalig PvdA senator Joop van den Berg van de week in een kritisch praatje over de doe-democratie. Als je de machtskwestie niet expliciet regelt, hebben de vrijwillige grote monden en gepensioneerde managers het voor het zeggen. In het SCP-rapport over burgermacht staat dat de meeste mensen de besluitvorming toch maar liever aan de gemeenteraad overlaten. Ik wil niks afdoen aan burenplicht maar het lijkt me een wijze gedachte”. Ons ook trouwens!

Tot de volgende week!

Fractie PvdA Lansingerland, 5 december 2014

DSC02934

DSC02924

DSC02928